Teksten

Leuk stukje van Gerard Aalders, historicus, publicist en scandinavist.


Oranjes hebben geen last van vliegschaamte


Máxima en Willem-Alexander kun je van veel betichten, maar niet dat ze gebukt gaan onder vliegschaamte. Premier Rutte trouwens ook niet. Ze maken allemaal veelvuldig gebruik van het regeringsvliegtuig PH-GOV. Toen we met kerst dachten dat de koning zijn toespraak life stond af te lezen van de autocue was hij met zijn gezin al lang met vakantie. Om ‘veiligheidsredenen’ – de eeuwige dooddoener – mocht niemand weten waar hij uithing.


De koning kan aan onkosten declareren wat hem goeddunkt. Geen minister die hem lastig zal vallen. Ze vinden wél dat W-A het soms te bont maakt en verzinnen dan trucs om de kosten te verdoezelen. Zo ook met de PH-GOV, een Boeing 737, die voor veel te veel geld is verbouwd om de Koninklijke Hoogheden een plezier te doen. Ministers mogen het toestel ook gebruiken maar de koning gaat altijd voor. Beatrix was daar zeer bedreven in. Zo gauw ze een van haar vele vluchten tot ‘landsbelang’ verklaarde – en Beatrix deed niet anders – mocht ze de lucht in.


Vanwege de buitensporige vliegkosten vindt de regering het vervelend dat wij weten hoe vaak de Oranjes de PH-GOV gebruiken. Tegenwoordig zijn er tracker apps waarmee je alle vliegtuigen wereldwijd kunt volgen. Allemaal? Nou ja, op een na: de PH-GOV is sinds september onzichtbaar. Met de apps kunnen we sindsdien niet langer zien waar het staatshoofd zich bevindt. Via de KLM, dat de PH-GOV onderhoudt, was dat snel geregeld. ‘In the interest of our client, we seek solutions to have the exact location of that aircraft not made public.’


Dankzij tracker apps konden we afgelopen zomer nog zien dat de koning tijdens zijn vakantie maar liefst elf maal de PH-GOV pakte om een uitstapje te maken. Dat is nu verleden tijd. Het is niet langer na te gaan hoe vaak de Familie naar bijvoorbeeld hun vakantiehuis in Griekenland vliegt. Uiteraard zijn die vakanties ook een zaak van landsbelang: de koning rust uit en dat komt heel Nederland ten goede. Alleen al dat gratis vliegen is ontspannend.

Zowel Willem-Alexander als Mark Rutte waren vorig jaar uitgenodigd voor de Bilderbergconferentie in Zwitserland. De PH-GOV was wegens onderhoud niet beschikbaar en dus huurde de Dienst Koninklijk Huis een privéjet. Dat mag. Naar een nadere specificatie wordt nooit gevraagd.


Rutte en een medewerker mochten meevliegen, maar moesten daarvoor wel 13.695 euro overmaken op de rekening van het koninklijk huis. Een lijnvlucht was geen optie vanwege – u weet wel – veiligheidsredenen. De koning bracht dat bedrag in rekening omdat hij ongeveer 400.000 euro per jaar aan privéjets en helicopters mag uitgeven. Door Rutte te laten betalen zat hij iets minder snel aan zijn limiet.


Zowel Rutte als de koning gingen hier de fout in. Bilderbergbezoekers worden op persoonlijke titel uitgenodigd. Rutte komt als Rutte; niet als minister-president. En Willem-Alexander komt als Van Oranje; niet als koning van Nederland. Ze reisden niet in het landsbelang en dus had Rutte (en zijn medewerker) de reis zelf moeten betalen. Bovendien betaalde de premier 1772,78 euro voor drie hotelovernachtingen, Ook die kosten had hij zelf moeten ophoesten omdat ze privé zijn.


Gelukkig zijn er nog politici in Den Haag die wél weten hoe het hoort. Kathalijne Buitenweg, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, was ook uitgenodigd in Montreux. Vloog zij mee in de door Willem-Alexander op staatskosten gehuurde privéjet? Nee, want Buitenweg kent de regels: ‘Ik ben per trein gegaan (vier keer overstappen) en heb de kosten zelf betaald.’
Zo hoort het. Rutte behoort het geld terug te storten. Zijn fractievoorzitter Klaas Dijkhoff weet vast wel hoe dat moet. En W-A? Die gaat altijd vrijuit. Hij kan zich zelfs de moeite van een smoes verzinnen besparen.


Het totaalbedrag voor de vlieguren van het Koninklijk Huis is voor 2020 geraamd op 810.000 euro. Dat is aan de lage kant. Zo nodig springt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bij met extra geld uit de algemene middelen.


Dit artikel verscheen in iets andere vorm eerder in De Republikein nr. 1 maart 2020


Mooi verhaal uit De Volkskrant 6 juli 2021, opinie:


Opinie: Halsema beweegt zich op glad ijs met aanbieden van excuses voor slavernij


Het slavernijverleden dreigt, net als Zwarte Piet, inzet te worden van identiteitspolitiek. Daarmee zet je groepen tegen elkaar op en behandel je individuen naar gelang hun ras, religie of nationaleit. Zo bereik je precies wat je niet beoogt, stelt Hans Siebers. 6 juli 2021, 18:00.


Afgelopen donderdag bood burgemeester Femke Halsema excuses aan voor de Amsterdamse betrokkenheid bij het slavernijverleden. Het stadsbestuur wil zijn verantwoordelijkheid nemen voor het leed dat mensen is aangedaan als gevolg van slavernij en slavenhandel. Burgemeesters van andere steden overwegen hetzelfde te doen.


De Dialooggroep Slavernijverleden gaat nog verder in het rapport Ketenen van het verleden. Het rapport noemt de Nederlandse betrokkenheid bij slavernij en slavenhandel een misdaad tegen de menselijkheid. In een jaarlijkse herdenkingsdag moet de afschaffing van de slavernij worden herdacht. De regering moet excuses aanbieden en werk maken van het aanpakken van hedendaagse discriminatie.


Halsema’s rede en het rapport bevatten waardevolle elementen. Aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden is uiteraard welkom. Het leed dat destijds de tot-slaafgemaakten en hun nazaten hebben moeten doormaken, verdient erkenning. Het is hoog tijd hedendaagse discriminatie aan te pakken. Nog steeds worden mensen met een migratie-achtergrond afgewezen bij een sollicitatie of als ze een woning zoeken. Ze lopen kans op verwensingen vanwege hun afkomst. Overheidsinstanties gaan hier niet vrijuit, zoals het toeslagenschandaal heeft laten zien.


Uitholling

Tegelijkertijd is er veel af te dingen op Halsema’s toespraak en het rapport. Ten eerste betekent het bestempelen van de Nederlandse betrokkenheid bij slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid een onverantwoorde uitholling van die term. Het heeft weinig zin om iets wat in grote delen van de wereld eeuwenlang de normaalste zaak van de wereld was als zodanig te benoemen.


Het leed van de totslaafgemaakten was verschrikkelijk, maar was daarmee nog niet fout. Althans, niet door de ogen van destijds. Het besef dat slavernij onacceptabel en onmenselijk is, dateert pas vanaf het einde van de 18de eeuw. Toen ontstond het idee dat mensen gelijk zijn én de behoefte om slavernij te rechtvaardigen. Die historische nuance ontbreekt in het rapport en in Halsema’s toespraak.


Ten tweede, in de ogen van nu zijn slavernij en slavenhandel afschuwelijk, maar wie is of was ervoor verantwoordelijk? Namens wie moet de regering excuses aanbieden? Halsema was buitengewoon tegenstrijdig op dit punt. Ze zei weliswaar dat geen enkele nu levende Amsterdammer eraan schuldig is en dat ze optrad namens het stadsbestuur. Maar een burgemeester spreekt per definitie voor alle stadsbewoners. Dus door namens hen haar excuses aan te bieden, impliceert ze terdege dat al die hedendaagse Amsterdammers erop aan te spreken zijn.


Wie is ‘ons’?

Het Rijksmuseum presenteert de slavernijtentoonstelling met de slogan: ‘Over óns slavernijverleden’. Wie is ‘ons’ hier? In de tentoonstelling wordt bezoekers letterlijk spiegels voorhouden. De spiegels nopen hen zich persoonlijk tot dat verleden te verhouden. Dat suggereert dat bezoekers medeverantwoordelijk zijn voor wat anderhalve eeuw geleden is afgeschaft. Ook hier wordt de tijd weer uitgeschakeld en word je aangemoedigd anderen en jezelf als ‘wit’ of ‘zwart’ te zien.


Dat is groepsdenken, ‘wij’ en ‘zij’. Dat is eenzelfde redenering als dat je individuele moslims verantwoordelijk houdt voor wat terroristen in de naam van de islam aan misdaden begaan. Dan denk je in termen van rassen, religies of naties, en maak je individuen daaraan ondergeschikt. Precies die manier van denken ligt ten grondslag aan discriminatie. Dan laat je individuen niet in hun waarde en behandel je ze naar gelang hun ras, religie of nationaliteit.


Ten derde, de herdenkingsdag zou hedendaagse discriminatie moeten tegengaan. Het onderwijs besteedt al buitengewoon veel aandacht aan slavernij en kolonialisme. Zie het onderzoek van het Historisch Tijdschrift of de canon van de Nederlandse geschiedenis. Die aandacht werkt kennelijk niet om discriminatie te bestrijden. Er is nu eenmaal geen enkel bewijs dat het slavernijverleden ook maar enig verband houdt met hedendaagse discriminatie. Ook hier wordt de tijd weer afgeschaft: wat in de 19de eeuw het geval was, moet ook nu nog zo zijn.


Het uitschakelen van de tijd en het denken in groepstermen kenmerken het aanwenden van de geschiedenis voor politieke doeleinden. Het slavernijverleden dreigt, net als Zwarte Piet, inzet te worden van identiteitspolitiek. Dan zet je bevolkingsgroepen tegen elkaar op pluis je heden en verleden uit op zoek naar alles waarmee je de ander zwart kunt maken. Zie Gloria Wekkers boek Witte onschuld. Dat kwetst uiteindelijk alle betrokkenen, ook de Amsterdammers die worden aangesproken op iets waaraan ze part noch deel hebben.


Diversiteit

Identiteitspolitiek lost geen probleem op, kijk naar het diversiteitsbeleid van de gemeente Amsterdam. Als je mensen tegen elkaar opzet, onbedoeld of niet, werken dialoog en compromissen niet, zo laten de Dialooggroep en de affaire rond Zwarte Piet zien. Halsema kiest partij in identiteitspolitiek, maar hoe kun je bijdragen aan verzoening als je het leed van de een wilt erkennen door de ander te kwetsen? Ze had beter identiteitspolitiek zelf kunnen afwijzen, van welke kant dan ook.


Laten we de discriminatie van mensen met een migratie-achtergrond eindelijk aanpakken en hun gelijke rechten waarmaken. Dat is wél in ieders belang. De aandacht voor slavernij of kolonialisme leidt alleen maar af van de werkelijke oorzaken van discriminatie. Dat lijkt me een betere manier om de slachtoffers van de slavernij destijds te gedenken.


Hans Siebers is universitair hoofddocent aan de Tilburg University


Racisme en geschreeuw bij landsadvocaat Pels Rijcken


Onderzoek Pels Rijcken staat sinds de zomer onder verscherpt toezicht van de deken. Nog steeds is er sprake van sociale onveiligheid op de werkvloer. Elkaar daarop aanspreken gebeurt niet.



3 november 2021 om 16:50


Leestijd 7 minuten

Welke ambitieuze jurist wil er nou niet werken voor Pels Rijcken, het gerenommeerde Haagse kantoor van de landsadvocaat? Met 290 medewerkers is het een van de grootste advocatenkantoren van Nederland. Sinds jaar en dag doet Pels Rijcken alle interessante en spannende zaken voor de staat, zoals de coronamaatregelen, de Urgendazaak over klimaatbeleid, de Toeslagenaffaire en het Groningse gasdossier.

„Je leert er veel”, „je wordt als nieuwkomer al snel betrokken bij grote zaken”, „ik voelde me er erg gewaardeerd”, vertellen advocaten die er werkten. Het kantoor biedt een permanente eigen opleiding – de ‘Verrijcking’ – waarin vaardigheden als pleiten worden bijgebracht. Reimer Veldhuis, sinds 2018 als landsadvocaat het gezicht van het kantoor, houdt elke woensdagmiddag een bespreking met alle ruim vijftig advocaat-stagiairs over actuele juridische kwesties.

Er is ook ruimte voor vertier: vrijdagmiddagborrels in de eigen kantoorbar of op het Haagse Plein, uitstapjes als een fietsweekend en een levendige traditie van kantoorcabaret.

Het wervende imago van Pels Rijcken kreeg dit jaar een flinke knauw. In maart kwam een immense fraude aan het licht: bestuursvoorzitter Frank Oranje sluisde als notaris zo’n 11,5 miljoen euro van cliënten weg – waaronder van het Rijk en gemeenten. Hij fraudeerde ruim twintig jaar lang zonder dat het kantoor er erg in had en verkoos de dood toen hij werd betrapt. De financiële en reputatieschade voor Pels Rijcken is enorm. Vorige week besloot het de volledige notaristak op te heffen. Donderdag debatteert de Tweede Kamer met demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie, CDA) over de problemen.

De Haagse deken van de Orde van Advocaten – de toezichthouder – concludeerde in augustus na intensief onderzoek dat er geen advocaten bij de fraude van Oranje betrokken waren. Dat was het goede nieuws voor Pels Rijcken. Tegelijkertijd werd het kantoor onder verscherpt toezicht geplaatst: uniek voor een kantoor met deze omvang en statuur. De deken onderzocht namelijk ook de kantoororganisatie. En die is niet op orde.

Zo was volgens de deken de sociale veiligheid „onder de maat” en is Pels Rijcken „een gesloten organisatie met weinig ruimte voor tegenspraak”. Oranje kon jarenlang zijn gang gaan in een omgeving waar niemand hem durfde aan te spreken.

NRC onderzocht hoe het er bij de landsadvocaat op de werkvloer aan toegaat en sprak daarvoor met ruim veertig (oud-)medewerkers uit alle lagen: van secretaresse en advocaat-stagiair tot partner. Zij spreken op basis van anonimiteit uit vrees hun carrière te schaden.


Grove omgangsvormen


Bij Pels Rijcken, blijkt uit de gesprekken, houden bepaalde advocatenafdelingen er al jaren uiterst grove omgangsvormen op na. De top van de organisatie – gevormd door de 37 partners – geeft niet bepaald het goede voorbeeld. Het „plezierig en stimulerend werkklimaat” dat het kantoor nastreeft, is soms ver te zoeken. Er zijn schreeuwende partners en medewerkers die huilen. Een partner spreekt over homoseksuele collega’s als „flikkers”. Hij imiteert Chinezen en omschrijft hen als spleetogen. Hij noemt zwarte collega’s „neger” en Surinamers „lui”. Gecorrigeerd wordt hij niet.

Ook elders klinkt racistische taal over buitenlanders – ‘grappig’ bedoeld bij de lunch of bij het bespreken van werkopdrachten. Een advocaat in opleiding met een migratieachtergrond werd er in de ruim twee jaar dat hij bij Pels Rijcken werkte meermaals mee geconfronteerd. Juristen met een migratieachtergrond zijn zeldzaam bij het kantoor van de landsadvocaat. Van de 183 advocaten en notarissen bij Pels Rijcken hebben er vijf een niet-westerse achternaam, inclusief hij, blijkt uit het online personeelsoverzicht van eind oktober.

Pels Rijcken is onderverdeeld in tien inhoudelijke secties. Een van de secties met een problematische werksfeer is Ondernemingsrecht van Frank Oranje. Hij wordt in 2015 voorzitter van de sectie en in 2018 zelfs bestuursvoorzitter van heel Pels Rijcken. Oranje staat te boek als iemand met twee gezichten. De notaris kan innemend zijn, maar tegelijkertijd boezemt hij angst in op kantoor. Sommige medewerkers lopen met een boog om hem heen en vallen hem liever niet lastig. „Frank kon in zijn gedrag onvoorspelbaar, wispelturig en bij tijd en wijle ronduit hard en onaangenaam in de bejegening zijn”, stelt Pels Rijcken in een recent intern bericht na een rondgang langs medewerkers. „Een aantal kantoorgenoten in de directe omgeving van Frank heeft naar voren gebracht dat zij zich in zijn nabijheid regelmatig onveilig hebben gevoeld.”


Dat men elkaar bij Pels Rijcken niet aanspreekt is een groot probleem, constateert de Haagse deken in het onderzoek. Voor het onderzoek werd een expert ingeschakeld: Rob van Eijbergen, hoogleraar kwaliteit en integriteit van organisaties aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Die sprak met tientallen (oud-)medewerkers van het advocatenkantoor. Conclusie: er moet een „open organisatiecultuur” komen, „waarin tegenspraak mogelijk wordt”.

Volgens de deken is het dus cruciaal dat mensen elkaar bij Pels Rijcken kunnen aanspreken op slecht gedrag. Maar een van de meest invloedrijke personen binnen het kantoor blijkt zich niets aan te trekken van de ongekende interventie van de deken. In augustus verzamelt een jonge advocaat de moed om de voorzitter van zijn sectie Vastgoed te zeggen dat hij niet is gediend van het krijgen van feedback door middel van geschreeuw in zijn richting. De prominente partner – van 2012 tot 2018 bestuursvoorzitter – accepteert dat niet: hij wil dat hij vertrekt bij Pels Rijcken.

Na een dienstverband van zo’n twee jaar is de advocaat-stagiair inderdaad naar een ander kantoor vertrokken– ruim een jaar voor zijn contract bij Pels Rijcken afliep. Volgens hemzelf om zich „elders verder te specialiseren”. De prominente partner zit er nog, al is hij sinds begin september geen voorzitter van de sectie Vastgoed meer. Waarom niet is niet bekendgemaakt.


Externe bedrijfspsycholoog


De secties Vastgoed en Ondernemingsrecht zijn niet de enige afdelingen met problemen. Advocaten vertellen NRC over spanningen op de werkvloer – ook tussen partners onderling. Verhalen over sociaal onwenselijk gedrag klinken de afgelopen tijd bij drie andere secties. Bij meerdere afdelingen is een externe bedrijfspsycholoog ingeschakeld om de onderlinge verhoudingen te verbeteren.

Bij een van die secties staat de leidinggevende partner als een zeer capabel jurist te boek, maar tegelijkertijd is zij bij advocaten binnen en buiten Pels Rijcken berucht om hoe zij anderen bejegent. Vloekend, tierend, kleinerend. „Lulletje” is een van haar vernederende aanspreekvormen voor jongere advocaten. Ze staat te boek als een notoire schreeuwer, bijvoorbeeld als ze iemand snel nodig heeft of commentaar geeft op geleverd werk.

Gedrag van partners wordt soms vergoelijkt – diegene ‘is nu eenmaal zo’

Dergelijk gedrag is niet alleen sociaal onveilig. Het staat ook op gespannen voet met de advocatenwet en gedragsregels voor de advocatuur. Advocaten dienen zich niet alleen naar de rechtelijke macht en cliënten, maar ook naar elkaar „betamelijk” en „eerbiedig” te gedragen, volgens die gedragsregels. Advocaten „moeten zich onthouden van al wat hun onderlinge verhouding zou kunnen verstoren. Uitlatingen die naar algemeen spraakgebruik grievend of kwetsend zijn, behoren advocaten in hun zakelijk verkeer achterwege te laten.”

Het grootste probleem van de cultuur bij Pels Rijcken, vertelt een advocaat die er jarenlang gewerkt heeft: evident ontoelaatbaar gedrag van een aantal partners. De rest kijkt toe en laat het gebeuren. „Niemand corrigeert op de manier waarop het moet. De gebrekkige aanspreekbaarheid is een hele goede observatie van de deken geweest.”

Pels Rijcken is hiërarchisch. Jongere advocaten voelen zich niet vrij om seniore advocaten en partners aan te spreken en misstanden aan de kaak te stellen, vertellen (oud-)medewerkers. „De hele dag moet je op je hoede zijn”, zegt een jonge advocaat met een baas die de neiging heeft publiekelijk naar ondergeschikten uit te halen, te vloeken en te schreeuwen. „Het is de angst voor woedeaanvallen op onverwachte momenten.”

Een secretaresse die aan haar baas eens vroeg waaróm hij zijn jonge medewerkers toch zo afsnauwt en kleineert, kreeg te horen: „Zo werken we hier: we breken ze eerst af, om ze vervolgens weer op te bouwen.”


Commercialisering


Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn – zo heet het kantoor voluit – is al sinds de oprichting in 1969 landsadvocaat. De jaaromzet van zo’n 55 miljoen euro bestaat overwegend uit belastinggeld: de helft komt van het Rijk, een belangrijk deel van de rest van gemeenten en provincies.

(Voormalig) medewerkers zien Pels Rijcken de afgelopen tien jaar steeds meer commercialiseren. Onder leiding van bestuursvoorzitter Frank Oranje en zijn voorganger was steeds meer de nadruk komen te liggen op omzetgroei en winstmaximalisatie. Wie zijn computer opstart, ziet als eerste zijn urennorm en hoe ver hij daar vandaan zit. Advocaten worden aangesproken als ze niet genoeg uren maken die in rekening kunnen worden gebracht. Die commerciële koers werpt vruchten af, zo groeit de omzet met ruim 20 procent in vier jaar tijd.

Partners verdienen royaal, hoeveel precies blijft buiten de boeken. Het bestuur telt weliswaar drie partners (voorheen twee), maar omdat slechts een van hen als statutair bestuurder is benoemd, hoeft het inkomen niet openbaar gemaakt te worden. Het partnerinkomen zou de laatste jaren van ongeveer zes naar acht ton per jaar zijn gestegen.

Het overgrote deel van de 37 partners misdraagt zich niet. Maar een handvol doet dat wel. Zij drukken zo een stempel op het kantoor, zeggen (oud-)medewerkers.


Elkaar aanspreken zit niet in de bedrijfscultuur, signaleren zij net zoals de deken. De werkdruk is hoog. Partners voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen zaken, niet voor wat bij een collega een aantal deuren verderop gebeurt. Daar komt bij dat de meeste partners die zich misdragen, zoals voorheen Oranje, zich in de top van de bedrijfshiërarchie bevinden en erom bekend staan dat zij geen tegenspraak dulden: wegkijken is dan de veiligste optie.

Op kantoor ontstaan geregeld gelijkwaardige liefdesrelaties, er worden zelfs ‘Pels-baby’s’ geboren. Tegelijkertijd is vrijwel iedereen op de werkvloer bekend met verhalen over prominente partners die jarenlange heimelijke relaties hebben met collega’s met wie zij in een directe gezagsrelatie verkeren, zoals een secretaresse en een kandidaat-notaris. Ingegrepen wordt er niet. Sociaal onveilig gedrag van partners zoals geschreeuw wordt bovendien soms vergoelijkt met het argument dat iemand ‘nu eenmaal zo is’.

Het is ook in breder perspectief een veelgehoorde reactie onder personen die NRC sprak. „Zo is de advocatuur”, klinkt het vaak. „Bij de grote advocatenkantoren aan de Zuidas gaat het er net zo aan toe.”


Gedragscode


Sinds deze zomer zou dat moeten veranderen. Nadat de fraude van Oranje geopenbaard werd, trad dit voorjaar een nieuw bestuur aan, onder leiding van Sandra van Heukelom, advocaat-partner sinds 2010. Dat heeft, mede naar aanleiding van het onderzoek van de deken, maatregelen aangekondigd om de sociale veiligheid te verbeteren. Tegenspraak en elkaar aanspreken moet bij Pels Rijcken de norm worden. Het onderzoek is voor de werkvloer overigens geheim gebleven en enkel gedeeld onder de partners.

Die 37 partners hebben deze zomer ‘dialoogsessies’ onder leiding van een gerenommeerde consultant gevoerd, kantoorbreed is een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd – de resultaten zijn nog niet gepresenteerd – en binnenkort wordt een gedragscode ingevoerd, die had Pels Rijcken nog niet. Er komt onder meer in te staan dat relaties met ondergeschikten niet zomaar kunnen.

Uit onderzoek van NRC blijkt dat sommige partners ook sinds deze zomer gewoon doorgaan met sociaal onveilig gedrag. Op de gangen van kantoorpand New Babylon in Den Haag, tijdens werkbesprekingen of bij de lunch, horen collega’s sommige partners schreeuwen, laatdunkend spreken over kantoorgenoten en discriminerende opmerkingen maken. Elkaar aanspreken is nog steeds niet de praktijk, illustratief is de kwestie met de partner van de sectie Vastgoed die – na te worden aangesproken op zijn gedrag – een jonge advocaat weg wil hebben.

NRC legde deze bevindingen in een gesprek voor aan bestuursvoorzitter Van Heukelom. Zij zegt in het openbaar niet op individuele casussen in te kunnen gaan. Dat staat volgens haar haaks op de nieuwe ‘open kantoorcultuur’ waarin mensen zich veilig moeten kunnen voelen. Omdat het racisme en geschreeuw niet bij haar worden gemeld, zegt ze er niet tegen op te kunnen treden. „Maar ik tolereer sociaal onveilig gedrag op geen enkel moment en op geen enkele manier. Als we dit soort dingen horen, dan acteren we onmiddellijk. Zonder aanzien des persoons. Dat is misschien wel een lichte breuk met het verleden.”

Van Heukelom vindt niet dat de lat voor Pels Rijcken hoger zou moeten liggen dan voor andere advocatenkantoren. „Wij zijn een gewoon advocatenkantoor met een bijzondere cliënt, maar die brengt wel met zich mee dat wij ons bewust moeten zijn over hoe we functioneren.”

Illustratie Anne van Wieren.
Reageren? 
Onderzoek@nrc.nl



Nieuw Onderzoek naar ‘afnemende’ effectiviteit Janssen-vaccin rammelt aan alle kanten


Het vaccin van Janssen gold als wonderkind onder de coronavaccins: de prik waarvan één dosis al volstaat. Maar inmiddels wil Oostenrijk Janssen-gevaccineerden weren en heeft minister De Jonge de Gezondheidsraad gevraagd of Janssenklanten niet moeten worden bijgeprikt. Het vaccin zou na een tijdje nauwelijks meer beschermen. Er is eigenlijk maar een probleem: het onderzoek waaruit dat moet blijken, rammelt.


Maarten Keulemans10 november 2021, 15:12


Weinig kansen met Janssen. Met Janssen niet van de schansen. Wel dansen, maar niet après-skiën met Janssen.


Een golf wrange humor trekt deze dagen over internet, nu Oostenrijk heeft bekendgemaakt dat het mensen geënt met het één-prik-vaccin van Janssen vanaf januari niet meer toelaat in de hotels, bars en skiliften, omdat het vaccin niet genoeg zou beschermen. De zoveelste pets in het gelaat van het in Leiden ontwikkelde vaccin, tot voor kort nog bejubeld als makkelijke weg naar een snelle vaccinatie.


Dát het in Leiden ontwikkelde vaccin van Janssen werkt, lijdt geen twijfel. Van de 845.313 Nederlanders die ermee zijn ingeënt, kwamen er maar 51 in het ziekenhuis en 10 op de intensive care. Omgerekend komt dat neer op een bescherming van 93 procent tegen ziekenhuisopname, en 95 procent tegen ic-opname – nauwelijks minder dan de vaccins van Moderna en Pfizer.


Maar daaromheen rommelt het, eigenlijk al vanaf het begin. Waar de vaccins van Moderna en Pfizer zo’n 90 procent van alle besmettingen tegenhouden, doet het Janssenvaccin dat ‘maar’ zeven op de tien keer. In praktijk is die bescherming hoger en opvallend stabiel, bleek pas nog uit een studie van een half miljoen gevaccineerden. Maar toch: het gaf Janssen (net als het vaccin van AstraZeneca) de naam van dat vaccin dat het nét niet helemaal is.


Dat geldt helemaal nu de bescherming tegen milde infectie, zoals verwacht, bij alle vaccins iets terugloopt. In België adviseert de Hoge Gezondheidsraad burgers die zijn ingeënt met Janssen een extra prik Pfizer of Moderna te geven, in Duitsland adviseert de vaccincommissie inmiddels hetzelfde, en in Nederland heeft minister De Jonge een spoedadvies over de kwestie gevraagd.


Vernietigende studie

Belangrijke aanjager is een vernietigende studie onder 780 duizend Amerikaanse veteranen, vorige week verschenen in vakblad Science. Een halfjaar na de Janssenprik is er van bescherming tegen het virus nauwelijks meer sprake, wijst die studie uit.


Janssen-gevaccineerden zijn na zes maanden nog maar voor 13 procent beschermd tegen infectie, en ouderen nog maar voor 52 procent beschermd tegen overlijden, blijkt uit de tabellen die het onderzoeksteam van het Veterans Affairs Medical Center in San Francisco opstelde. Bij Pfizer loopt de bescherming tegen infectie terug tot een procent of 45, en die tegen sterfte tot 70 procent.


Raar, vinden onafhankelijke experts. Andere, veel grotere studies komen namelijk uit op veel gunstigere getallen. In New York analyseerden wetenschappers de gegevens van 9 miljoen ingeënte en niet ingeënte volwassenen: de bescherming van het Janssenvaccin tegen infectie kachelde weliswaar wat achteruit, maar was na een halfjaar nog altijd zo’n 60 tot 70 procent. Tegen ziekenhuisopname bleef de bescherming zelfs onverminderd hoog.


‘We herkennen het beeld dat uit dit Science-onderzoek naar voren komt niet uit andere studies of onze eigen schattingen’, zegt Brechje de Gier, vaccinexpert van het RIVM, dan ook. ‘Het is duidelijk dat de bescherming tegen infectie bij de covidvaccins na een tijdje zakt, met grosso modo een procentpunt of tien, vijftien. Maar een afname richting nul hebben we nog nooit gezien.’


‘Ik geloof heus wel dat er sprake is van enige afnemende vaccineffectiviteit’, beaamt ook medisch statisticus Maarten van Smeden, die de Science-studie op verzoek doorploos. ‘Maar als je dit ziet, krijg je toch het gevoel: hier klopt iets niet.’ Diep in de technische bijlages bij het vakartikel stuitte hij op de verklaring. Het team heeft de waarnemingen langs een logaritmische functie gelegd, een lijntje dat vanzelf een duik naar beneden maakt.


‘Uiteindelijk is ons vak het trekken van lijntjes door puntenwolken’, legt Van Smeden uit. ‘Maar dit is wel een heel gek lijntje. Je forceert het model in een bepaalde vorm die alles naar beneden trekt. Heel gek dat dit in Science staat. En het lijkt me heel naar als mensen dit gebruiken als argument om te betogen dat vaccins niet werken.’


Toch is dat precies wat er gebeurt. Drieduizend keer werd het artikel inmiddels al aangehaald op nieuwssites, weblogs en sociale media, en onder meer VVD, D66 en PvdA verwijzen ernaar. ‘Het zou goed zijn als de Gezondheidsraad en het RIVM de effectiviteit van de verschillende vaccins meewegen in hun adviezen over boosters’, noteerde ook directeur Maurice van den Bosch van het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis in Amsterdam, op LinkedIn. ‘Besmettingstechnisch is het dus logisch mensen met Janssen net zo uit te sluiten als ongevaccineerden’, vindt fiscaal jurist Kim Boon.


Veranderd virus

Daarachter schuilt een diepere onvrede: de steeds vollere ziekenhuizen, ondanks de hoge vaccinatiegraad. ‘Ik snap het sentiment. En het is ook gewoon klote’, zegt viroloog Marion Koopmans het maar gewoon zoals het is. ‘Onze hoop dat we na vaccinatie beschermd zouden zijn tegen rondgang van het virus en er helemaal vanaf zouden zijn, is helaas niet uitgekomen. Doordat het virus is veranderd.’


Maar dat betekent nog niet dat vaccins dus ‘geen bal’ uithalen, benadrukt ze. ‘Ik snap heus wel dat mensen zoiets hebben van: als vaccineren het virus niet wegkrijgt, waarom doen we het dan? Maar vaccinatie biedt wel degelijk bescherming tegen ernstige ziekte. Vaccinatie is één van de gereedschappen die we ter beschikking hebben, maar zeker niet het enige.’


Dat het vaccin van Janssen niet onfeilbaar is, staat immers evenzeer vast. In New York zakte de bescherming tegen besmetting onder jongeren ingeënt met Janssen van 89 procent kort na vaccinatie, tot 70 procent een halfjaar later. Veel minder alarmerend dan de veteranenstudie, maar nog altijd iets om rekening mee te houden. Een andere grote studie, in North-Carolina, vond vergelijkbare cijfers, en zag bovendien dat de bescherming tegen ziekenhuisopname en overlijden licht afneemt: van 90 naar ruim 80 procent.


Dus toch maar een extra prik voor de Janssenlichting? Dat is nog een lastige afweging, zegt Koopmans. ‘Janssen werd in ons land gegeven aan de wat jongere leeftijdsgroepen, bij wie ernstige ziekte sowieso minder voorkomt. Wat is er precies te winnen als je die allemaal een boosterprik geeft? Of kun je die moeite beter besteden aan het inenten van mensen die nog niet zijn gevaccineerd?’


Vragen, waar Koopmans zelf ook het antwoord niet op heeft, benadrukt ze. ‘We willen graag eenvoudige antwoorden. Maar die zijn in deze complexe discussie helaas niet te geven.’



ASTRAZENECA: ANTISTOFFEN VERDWIJNEN RAZENDSNEL

Behalve het vaccin van Janssen is er nóg een vaccin dat deze week met slechte cijfers in het nieuws kwam: het coronavaccin Vaxzevria van fabrikant AstraZeneca. In de bloedmonsters van donoren van 61- tot 65 jaar vond bloedbank Sanquin opvallend weinig antistoffen. Dat is de groep die is ingeënt met het AstraZeneca-vaccin.


‘Het is een bevinding die misschien relevant is’, zegt arts-microbioloog Hans Zaaijer over zijn keuze om de bevinding maandag naar buiten te brengen bij praatprogramma Op1. ‘Ik kan een puzzelstukje aanleveren in de discussie over boosteren: ja, dit daalt. En is die daling relevant? Het eerlijke antwoord is: dat weten we niet.’


Volgens de laatste cijfers van het RIVM voorkomt AstraZeneca bij begin-zestigers 92 procent van de ziekenhuisopnames en 96 procent van de ic-opnames. De bescherming tegen milde ‘doorbraakinfecties’ was al wat lager en is iets teruggezakt, van 80 naar ongeveer 65 procent bescherming, volgens een recente grote Britse analyse. In Nederland zijn zo’n anderhalf miljoen mensen met het vaccin ingeënt.


Erg gerust is Zaaijer er niet op. ‘Coronavirussen zitten in een virushoek die bekendstaat om zijn moeizame bescherming: denk maar aan influenza.’ Luchtwegvirussen slaan immers toe in de slijmvliezen van de keel en neus, toch een beetje de buitenwijken van het immuunsysteem. ‘En als je dan ziet dat de antistoffen indrukwekkend afnemen, moet je dan niet het voorzorgsprincipe hanteren en zeggen: we gaan boosteren?’, vraagt Zaaijer zich retorisch af.


e titel

Armoe of rijkdom: het is ook genetisch bepaald

link

Wie wordt directeur en wie uitkeringstrekker? Wie hoeft zich financieel nergens zorgen over te maken en wie moet iedere euro drie keer omdraaien? Al heel lang weten we dat het komt door opvoeding en andere factoren van buiten. Maar, zo toont nieuw Nederlands onderzoek aan, er zit ook een genetische kant aan het verhaal. Of je arm of rijk bent, zit ook in je erfelijke informatie.


Tien procent van de variatie in beroepsinkomen wordt bepaald door genen, ontdekte econoom Casper Burik van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij deed een meta-onderzoek onder 765.000 personen.


Die 10 procent is niet veel, maar kan net het verschil maken tussen een modaal inkomen en een beter betalende baan. Misschien kunnen mensen het zelfs zien. Burik noemt het een dubbele loterij: als je geboren bent moet je geluk hebben met twee goede ouders, maar ook met de juiste genen. Heb je pech, dan trek je bij beide loterijen aan het kortste eind.


Burik promoveert volgende week op het onderwerp, dan zal ook duidelijk worden welke genen goed zijn voor de portemonnee. Overigens hoeven slechte genen volgens hem nog geen recept te zijn voor financiële ellende. Met de juiste scholing en aandacht van leerkrachten kan een hoop van de ongelijkheid tussen mensen verdwijnen.

AD


Spider-Man: No Way Home is de meest bruisende Marvel-film in jaren ★★★★

FILMRECENSIE


Onze filmredactie maakt je wegwijs in het actuele aanbod. Wat moet je gezien hebben en waarom? Vandaag de actiefilm Spider-Man: No Way Home.


Gudo Tienhooven 15 dec. 2021 Laatste update: 21:19


Overdaad schaadt? De nieuwe Spider-Man trekt een blik tjokvol oude bekenden open die in de spectaculaire slotakte allemaal, soms letterlijk, over elkaar heen buitelen. Dat het toch nooit een zootje wordt, is een van de vele kwaliteiten van No Way Home: de meest bruisende Marvelfilm in jaren die bovendien een verrassing in petto heeft waar zelfs de doorgaans nogal nuchtere filmpers even steil van achterover sloeg.


Dit is wat we wél over de plot kunnen weggeven. Na de gebeurtenissen uit het vorige deel, Far From Home (uit 2019), weet de hele wereld dat achter het rode spinnenpak de tiener Peter Parker (wederom Tom Holland die met zijn 25 jaar een tikkie te oud voor de rol begint te worden) schuilgaat. En híj weet wel beter, maar een fors deel van de bevolking beschouwt de inmiddels ter ziele zijnde schurk Mysterio (Jake Gyllenhaal) nog altijd als een held.


Maakt Parker in zijn talloze reddingsacties eigenlijk überhaupt niet meer kapot dan hij lief is? Zijn voormalig baas en hoofdredacteur J. Jonah Jameson (J.K. Simmons) van The Daily Bugle start zelfs een alternatief nieuwskanaal (lekker actueel!) om iedereen ervan te doordringen dat we hem beter kwijt dan rijk kunnen zijn.


Ideetje: kan zijn oude Avengers-maatje Doctor Strange (Benedict Cumberbtach) niet goochelen met de tijd en dit dus allemaal terugdraaien, zodat Parker in de anonimiteit kan terugkruipen? De magiër gaat, wel érg makkelijk, mee in zijn plan. Uiteraard gaat er in het hele hocus pocusproces iets goed mis, want ineens staat hij weer recht tegenover aartsvijanden uit eerdere avonturen (en films) als Dock Octopus, de Sandman, Electro en het uit de kluiten gewassen reptiel The Lizard.


Popcornplezier

Met deze schurkentsunami lijkt Spider-Man: No Way Home halverwege op een soort visueel ‘greatest hits’-album. Meligheid ligt constant op de loer, al is het na een reeks eerdere delen uit de oneindige superheldenfabriek die nogal ernstig van toon waren - vooral The Eternals ging hier recent nogal onder gebukt - wel lekker om te zien dat Marvel nog in staat is ons gewoon een pretentieloos potje popcornplezier voor te schotelen.


Net als de idioterie op volle toeren draait, begint de film aan een gewaagde en delicate jongleeract. Een waarin naast alle gein ook ruimte bestaat voor een traantje. Het werkt nog ook, goddank. Dat is vooral te danken aan Tom Hollands geloofwaardige onbevangenheid als Peter Parker. En dat het script weer de essentie vindt waarom de titelfiguur zo’n blijvende aantrekkingskracht heeft.


Spider-Man, die zich voor het eerst in getekende stripvorm liet zien in 1964, staat veel dichterbij bij een gewoon mens dan de stinkend rijke Bruce Wayne alias Batman of Superman, eigenlijk een alien die zich gedwongen ziet als een brave burger te vermommen. Peter Parker is en blijft in essentie een nerdy joch voor wie het veroveren van zijn liefje MJ (wederom gespeeld door de charmante Zendaya die ook in het echt een relatie heeft met zijn tegenspeler) even belangrijk is als het redden van de wereld.


Pakkende tragiek

En een herkenbaar joch maakt ook fouten, keer op keer. Het is de pakkende tragiek van Peter Parker die er ook niets aan kon doen dat hij ooit door een radioactieve spin werd gebeten en sindsdien tegen muren kan oplopen en webben kan schieten. Een heldendaad heeft altijd consequenties, ook voor de mensen die hij lief heeft. Klein en groot leed gaan in zijn verhalen altijd hand in hand en de zoveelste filmepisode is geen uitzondering.


Dan hebben we het nog niet gehad over hét konijn uit de hoge hoed. Het betreft een soort tovertruc, een die je ook bijna even in je ogen laat wrijven van ongeloof. Advies: mijd alles over Spider-Man: No Way Home op internet vóór de aankoop van een bioscoopkaartje, want het is een kwestie van tijd voordat de plot elk denkbaar kanaal kan worden aangetroffen. Kanttekening is wel dat een bovengemiddelde kennis van het Spider-Man-universum (of ‘multiversum’) vereist is voor een optimaal ‘holy shit’-moment. Maar het is ook wel lekker schaamteloos dat de film, die soms een beetje knullig is in zijn vele uitlegscènes waarbij alle actie ineens stilstaat, zich daar geen moer van aantrekt.


Regie: Jon Watts. Hoofdrollen: Tom Holland, Zendaya, Benedict Cumberbatch en Jamie Foxx


TROUW


Recensie Superheldenfilm

Spider-man: No Way Home is therapeutisch vingerverven met schurken


Spider-man: No Way Home

Regie: Jon Watts

Met: Tom Holland, Zendaya en Benedict Cumberbatch.

★★


Ronald Rovers15 december 2021, 20:18

Spider-man kan traditioneel op veel sympathie rekenen. Zowel van de mensen die bij hem in de buurt wonen – ‘je vriendelijke buurt-spider-man’ is z’n bijnaam – als van ons, het publiek. Dat heeft voor een deel te maken met Peter Parkers stunteligheid, de schattige vrienden die hij om zich heen heeft – anders dan, zeg, de notoir chagrijnige Batman – en een soort chaotische onvoorspelbaarheid van de avonturen die hij beleeft. Ter vergelijking, bij de Avengers zie je de problemen lang van te voren aan komen, bij Spider-man staan ze meestal plotseling voor z’n neus. Laten we zeggen dat het de drie assen zijn van een Spider-man film.


In Spider-man: No Way Home voelen al die dingen te geconstrueerd. Dat heeft sterk te maken met het feit dat de verschillende drama’s die zich in de loop van de film ontvouwen, allemaal voortkomen uit een volledig te vermijden gebeurtenis in het begin. Doordat Spider-mans identiteit nu bekend is – zie Spider-man: Far From Home uit 2019 – heeft Peter Parker geen leven meer. Hij smeekt Doctor Strange daarom een toverspreuk uit te spreken die ervoor zorgt dat iedereen Parkers geheim vergeet. Maar tijdens het uitspreken van die spreuk verpest Parker de magie en verschijnen vervolgens allerlei vijanden uit alternatieve universa. Kortom, als Parker één minuut zijn mond had gehouden, was alle ellende vermeden. Wat volgt, is vermakelijk maar in je achterhoofd blijft het vooral onnodig voelen. Zeker wanneer het ergst denkbare gebeurt.


Doodvonnis

De actie is ten opzichte van Far From Home behoorlijk teruggeschroefd. Er zijn verschillende gevechten met Spider-mans vijanden maar die zijn meestal kort. Ondertussen wordt duidelijk dat Doctor Strange alle vijanden terug kan sturen naar waar ze vandaan kwamen. Er is echter één probleem: ze zijn allemaal uit hun werelden weggerukt, net op het moment voordat ze gedood zouden worden. Ze terugsturen zou een doodvonnis betekenen en dat kan onze vriendelijke buurt-spider-man niet over zich heen laten gaan. Hij wil ze ‘genezen’ van hun slechtheid.


Heel therapeutisch allemaal dus. Maar waarom zou je allerlei fictieve monsters bedenken en een compleet superheldenuniversum optuigen, om de schurken vervolgens van hun slechtheid te genezen? Serieus? Waarom dan überhaupt het hele circus opzetten? Columnist Max Pam, die recent klaagde dat James Bond een watje is geworden, zal vermoedelijk schuimbekkend de zaal uitlopen bij Spider-man: No Way Home.


Enfin, zoals gezegd, het wordt best vermakelijk gebracht. Maar dat is toch wel het minste wat je van een megaproductie als dit mag verwachten. Volgende keer beter graag.


Share by: